[ Gepubliceerd in VN 39 | 28 september 2013 ]
Antieke kasten en klokken passen niet in moderne interieurs. en dus zijn ze voor een prikje te koop: ‘Je kan beter een kast op de veiling kopen dan bij Ikea’.
met Harm Ede Botje
Niemand meer, niemand beter, de hamer is gevallen,’ roept veilingmeester Nick Landwaard terwijl een zeventiende-eeuwse Nederlandse kast met gestoken fries en leeuwenmaskers van eigenaar verwisselt. Geschatte maximale waarde: 4500 euro. De verkoopprijs? Een luttele 2800 euro. Zo’n driehonderdvijftig jaar geleden is de kast gebouwd ergens in een Hollandse timmerwerkplaats, en daarna van familie op familie overgegaan. De kast heeft oorlogen, plagen, huwelijkscrises en feestelijkheden doorstaan. ‘Als hij in het Rijksmuseum zou staan, zouden we er allemaal naar staan gapen,’ prijst Landwaard de rijk bewerkte kast aan. Maar het staaltje oud-Hollands vakmanschap staat niet in een museum maar in een hal op het industrieterrein van Diemen bij veilinghuis De Eland-De Zon.
Landwaard hamert in hoog tempo kasten, kisten, stoelen, bureaus, lampen en klokken af. De spullen gaan bijna zonder uitzondering voor een schijntje weg. Een negentiende-eeuws eiken empire kabinet brengt 1300 euro op, 500 euro minder dan geschat. Een mahonie Louis XV-topbureau gaat voor een schamele 1500 euro weg. Een wortelhouten klepbureau, gebouwd in 1720, wordt voor 700 euro afgehamerd, nog niet eens de helft van de geschatte waarde.
De veilingmeester van veilinghuis De Eland-De Zon: ‘Vroeger kreeg je wel 12.000 euro voor een kast waar je nu 1000 of 1500 euro voor krijgt’
Veertig staartklokken
Bij de kassa rekent de glunderende verpleegkundige Mirjam Bolmer een bureau in Victoriaanse stijl af dat ze zojuist heeft gekocht. ‘Het is de eerste keer dat ik op een veiling kom,’ zegt ze. ‘Ik ben meteen na mijn werk uit Hilversum gekomen speciaal voor deze kast. Hij zal prachtig staan in mijn woonkamer naast de spiegel en de piano. Mooi oud, daar hou ik van.’ Ze betaalde 400 euro voor haar aankoop. ‘Een schijntje, echt helemaal voor niks,’ zegt ze. ‘Tien jaar geleden had ik hier het vijfvoudige of meer voor betaald.’
Op de achtergrond gaat Landwaard door met veilen. Op één avond gaan er liefst vijfhonderd objecten onder de hamer. De volledige septemberveiling omvat er bijna vijfenveertighonderd. De zaal zit vol handelaren en particulieren als Bolmer, die uit zijn op een koopje. Ook op het balkon volgen kopers aandachtig de verrichtingen in de zaal, onder het genot van een glas wijn of een biertje en met voor zich de resten van de Indische rijsttafel die kon worden bekomen bij een lopend buffet. De Eland-De Zon wil het veilen zo laagdrempelig mogelijk maken en dat lukt, gezien de opkomst.
In de hal staat Oscar Visser van antiekwinkel Passage aan de Oostzijde in Zaandam. Hij heeft zojuist een negentiende-eeuwse Groninger staartklok gekocht voor 600 euro. ‘Mijn vader is antiekhandelaar en als jongen ging ik al mee naar de veiling,’ zegt Visser. ‘Dan keek ik altijd mijn ogen uit naar de klokken, maar die waren in die jaren onbetaalbaar. Er waren zelfs speciale dievenbendes die op jacht gingen naar staartklokken.’ Nu is dat wel anders. En dus is Visser, in het dagelijks leven werkzaam bij een groothandel voor de boekbinderij, begonnen met het aanleggen van een verzameling. Bijna veertig liggen er opgeslagen in zijn schuur.
Studentenkamer
De hal in Diemen, vijf dagen eerder. Veilingmeester Landwaard, deze keer niet in krijtstreep maar in spijkerbroek, gaat voor tussen de eindeloze uitstallingen banken, stoelen, kasten, schilderijen en lampen. ‘Veel lager dan nu kunnen de prijzen niet worden,’ zegt hij. ‘Vroeger kreeg je wel 12.000 euro voor een kast waar je nu 1000 of 1500 euro voor krijgt. Als er zo’n kast bij ons binnen kwam, dan ging de champagne open. Dan wisten we dat we weer een paar mille gingen verdienen. Dit is hét moment om in te stappen. Een negentiende-eeuws eiken linnenkastje kun je al voor 200 euro kopen. Leuk voor op een studentenkamer. En als je klaar bent met studeren en je bent die kast zat, dan breng je hem weer in op de veiling en dan krijg je er zeker hetzelfde bedrag voor terug. Koop eens voor hetzelfde bedrag een kast bij Ikea: zodra je die over de drempel draagt, is-ie niks meer waard. Over driehonderd jaar staat die Pax-kast er echt niet meer, terwijl dat stuk uit de negentiende eeuw er dan nog steeds is.’
‘Tegenwoordig moet je vooral niet hetzelfde in huis hebben staan als je ouders!’
Uit de mode
Hoe kan het dat de prijzen voor antieke meubels en klokken zo zijn gekelderd? Antiekhandelaren en veilingmensen maken allemaal dezelfde analyse. De economische crisis wordt natuurlijk genoemd, maar antiek is ook uit de mode. Loek van Aalst is antiekhandelaar in Breda en auteur van het standaardwerk Noord-Nederlandse meubelen van renaissance tot vroege barok 1550-1670. Als jonge jongen werkte hij bij zijn vader in de winkel, waar op zaterdagen kopers de deur plat liepen. ‘We hielpen dan met vijf man. Dertig jaar geleden wilde iedere advocaat, notaris en specialist een Nederlandse zeventiende-eeuwse kast hebben.’ Maar de Nederlandse smaak veranderde. Jan des Bouvrie introduceerde het witte interieur en dat werd massaal gevolgd. Meubelexpert Van Aalst: ‘Ik zou zo’n wit interieur zelf niet willen, ik zou het gevoel hebben dat ik een showroom zit opgesloten. Maar goed, in zo’n witte woonkamer kan een enkel stuk antiek mooi contrasteren met een strakke omgeving, een modern schilderij met een gotische kist bijvoorbeeld.’
Hij verkoopt tegenwoordig vooral aan verzamelaars, en dat is een veel kleinere markt dan voorheen. ‘En zelfs die willen dan vaak een enkel stuk kopen dat goed uitkomt in hun interieur. De tijd is voorbij dat de huizen vol stonden met antiek.’ Erfgenamen brengen de kasten en tafels massaal naar de veilingen, en dat grotere aanbod drukt de prijzen verder. ‘Vroeger gingen die meubels van generatie op generatie,’ zegt Van Aalst. ‘Maar de dertigers en veertigers van nu interesseren zich niet meer voor een mooi antiek meubel. Daar zijn ze niet in opgevoed. Tegenwoordig moet je vooral niet hetzelfde in huis hebben staan als je ouders!’
Ook Talita Teves, directeur-eigenaar van veilinghuis AAG, wijt de ineenstorting van de markt voor antieke meubels aan de veranderde smaak. ‘Die antieke meubelen zijn fors van formaat en voeren dan de boventoon in ons hedendaagse lichte en open interieur. Dan krijg je al snel dat ze wel erg bruin zijn. Bruin, bruin, bruin. En bruin is uit.’ Dat veel mensen hun geërfde antieke meubelen laten veilen, komt volgens Teves ook door het overvloedige aanbod van hedendaagse tafels en kasten. ‘Op elke hoek zit een interieurwinkel, Ikea is binnen bereik. Je kan zelfs online meubels op maat laten maken, precies in de kleur die past bij een kleed of de gordijnen,’ zegt ze. ‘We zijn heel erg verwend en rijk. Vroeger waren mensen veel meer aangewezen op wat ze kregen en dus blij met de erfenissen die hun toevielen. Vandaag zeggen we sneller: we hoeven het niet.’
Stoffig imago
De Koninklijke Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst probeert het tij te keren. En dus sloot ze een monsterverbond met de grote witmaker Jan des Bouvrie, die in november 2012 werd uitgenodigd om direct bij de ingang van kunst- en antiekbeurs PAN in Amsterdam een stand in te richten. Het werd volgens het wervende persbericht ‘een spannende combinatie van modern interieur en oude kunst’. Des Bouvrie liet zich enthousiast uit over het initiatief en toonde zich onder de indruk van het ‘tijdloze en soms zelfs moderne van antiek’. Dit jaar heeft de PAN interieurontwerper Thijs Murré uitgenodigd een stand in te richten, in samenwerking met het woonblad Residence. Hij is bekend van de inrichting van onder meer het hoofdstedelijke Rose’s Cantina en restaurant Lion Noir, waar klassiek en modern met elkaar samen gaan. ‘Antieke stukken hebben een ziel. Dat geeft een meerwaarde,’ zegt Murré. ‘De zeldzaamheid en authenticiteit ervan maken het bovendien exclusief, en dat is waar mensen naar op zoek zijn.’
De klaagzang van antiekhandelaren vindt hij onterecht. ‘De antiekwinkels aan de Amsterdamse Spiegelstraat zijn zo oubollig en stijf ingericht, daar gaan mensen nauwelijks naar binnen,’ zegt hij. ‘Die winkeleigenaren zijn vakidioten, houden zich te weinig bezig met de inrichting. Er is niet nagedacht over het tentoonstellen van de prachtige stukken die er staan. Het staat vaak te vol, zodat de klanten over al het moois heen kijken. Hoe kunnen mensen dan voor zich zien hoe een antiek voorwerp in hun huis zou kunnen passen? Ik vind dat zonde, want er staan prachtige dingen tussen.’
Bruin, bruin, bruin. Bruin is uit.
Ook veilingmeester Nick Landwaard vindt dat de antiekhandelaren wel wat aan hun ‘stoffige’ imago kunnen veranderen. ‘Ze zeggen: we doet het al dertig jaar zo. Ze leggen niet graag iets uit, of gaan uit van bepaalde voorkennis bij de koper. Daarom probeer ik als veilingmeester te enthousiasmeren en veel uit te leggen over wat er wordt verkocht.’
Ecologisch verantwoord
Of de impopulariteit van antiek nou aan de crisis, de veranderde smaak, of het stoffige imago ligt, iedereen in de sector is er wel van overtuigd dat er betere tijden zullen aanbreken voor de antieke kasten en klokken. ‘Niet alleen omdat de smaak zal veranderen, maar ook om factoren daarbuiten. Onze wegwerpcultuur wordt steeds meer een halt toegeroepen, mensen willen ecologisch verantwoord zijn,’ zegt veilingdirecteur Talita Teves. ‘Wat is nou milieuvriendelijker dan de aanschaf van een antieke kast? Een Ikea-kast kan praktisch zijn en makkelijk, maar er zijn wel bomen voor omgezaagd, er is verf gespoten, vrachtwagens en boten zijn er voor op en neer geweest. En als je ’m eenmaal in elkaar hebt gezet, wordt het heel lastig ’m te verplaatsen. Het wordt dan ook heel kek en verantwoord om oudere meubelen een tweede kans te geven.’
Bij veilinghuis De Eland-De Zon weet ook klokkenverzamelaar Oscar Visser zeker dat de staartklok op enig moment weer en vogue zal raken. En dan is hij een man in bonis, want hij is vastberaden ze weer aan de man te brengen vanuit het hoekje dat hij in zijn vaders winkel heeft ingericht. ‘We kopen nu in omdat we zeker weten dat de prijzen wel weer omhoog gaan. Ja, ik ben een typische koopjesjager, maar de mooiste exemplaren houd ik zelf.’ Lachend verdwijnt hij in de stromende regen met de klok onder zijn arm.