[ Gepubliceerd in 100% EXPO nr16, 2016 ]
De openbare ruimte | Overal is kunst te vinden. In musea en galeries, maar ook op rotondes en pleinen, in parken, op daken en in gevels van gebouwen… Veel van die kunstwerken zijn om een specifieke reden in de openbare ruimte geplaatst en meer dan eens gaat er een boeiend verhaal achter schuil. Sommige daarvan kennen we nog allemaal, andere worden al jaren niet meer doorverteld. Achteloos lopen we voorbij aan deze stille maar zo vertrouwde getuigen. 100% EXPO trekt de straat op en vertelt het vergeten verhaal van een van hen.
De Arenawijk in Deurne-Zuid
Renaat Braem (1910-2001) was schrijver, kunstenaar en hoogleraar maar bovenal bevlogen architect. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het modernisme in België. Als ware leerling van Le Corbusier (hij was de enige Belg die ooit stage liep bij de grootmeester) geloofde hij in de maakbaarheid van de maatschappij. Hij zocht steeds naar een balans tussen het sociale, het functionele en het aangename.
Braem was actief van de jaren ’30 tot het midden van de jaren ’80. Alleen al in zijn geboortestad Antwerpen realiseerde hij een aantal opmerkelijke projecten waaronder de omstreden politietoren, het huisvestingscomplex op het Kiel, de paviljoenen van het Bouwcentrum, en het Paviljoen voor de Beeldhouwkunst in het Middelheimpark. De realisatie van zijn projecten verliep niet altijd zonder slag of stoot, iets waar de na-oorlogse omstandigheden zeker toe bijdroegen. Braem liet het niet na daartegen te ageren in Het lelijkste land ter wereld, zijn beroemd geworden pamflet uit 1968.
COLLECTIEF WONEN
Het naoorlogse België geeft Braem in zekere zin carte blanche, het is het perfecte moment om de geest op de toekomst te richten en het verleden achter zich te laten. Deurne, Braem is er reeds sinds 1946 actief, is op dat moment de snelst groeiende Antwerpse gemeente en de vraag naar sociale woningen enorm. In 1960 krijgt hij de opdracht om het fort uit 1852 een groots project met woontorens, laagbouw en veel groenruimte te ontwerpen. Het moet, na projecten in Brussel en Leuven die hem internationale reputatie hadden opgeleverd, een van Braems beste voorbeelden van collectief wonen worden.
De Arenawijk is een relatief laat voorbeeld van Braems werk en qua stijl wijkt het enigszins af van zijn eerdere ontwerpen. De vormentaal is organischer en hij slaagt erin beeldhouwwerken van eigen hand te integreren. Niettegenstaande de vele tegenslagen tijdens de realisatie is Braem over het ontwerp an sich zeer tevreden.
Vier verschillende langblokken (de vorm steeds toegespitst op het type bewoner) omsluiten samen met de arena, een bibliotheek, zwembad en dienstencentrum een groen en autoluw gebied dat de grillige randen van het voormalig fort volgt. De langblokken aan de Dordechtlaan bieden de bewoners privacy door verspringende gevels, uitzicht op het groen door balkons over de hele breedte en door de woningen als duplex te bouwen voorzag hij in het gevoel een ‘echt’ huis te bewonen. Opvallend zijn ook de sculpturen op de hoeken van de gebouwen, een mensenhoofd, een bloem, een zon, een startster; allen ‘symbolen van liefde en geluk’.
TUSSEN VISIE EN WERKELIJKHEID
Braem zag de Arenawijk groots, maar nog voor aanvang van de bouw wordt een aantal onderdelen geschrapt. Geen hoogbouwtorens meer, geen fontein, geen winkelcentrum. De centrale Arenahal, die al eerder werd overkoepeld, doet alleen de eerste jaren dienst als cultureel centrum, maar wordt al gauw herbestemd tot sporthal. In 1979 komt het open, groene karakter in geding. Ondanks een interventie van de milieubeweging worden begin jaren ‘80, tot groot verdriet van Braem, door zijn leerling Lode Wouters enkele blokken gerealiseerd. Braem bestempelt ze als ‘zielloze klompen’ en is vooral verbolgen over de ontrouw en het gebrek aan artistiek inzicht van zijn oud-leerling.
Renaat Braem: ‘Het wonen is een der bijzonderste artikelen uit het levensminimum, dat iedere fatsoenlijke maatschappelijke organisatie aan leden der gemeenschap moet kunnen waarborgen’
Zoals veel modernistische dromen geldt ook voor Braem’s Arenawijk dat er een gat is tussen visie en werkelijkheid. De gebouwen verkeren in erbarmelijke staat en de verarmde bevolking brengt eigen complicaties mee. Toch wekt het geheel nog altijd een krachtige indruk en baadt het in een sfeer tussen idylle en ruïne.
De cultuurraad van Deurne viert de Arenawijk met het festival Arena Utopia op 9-10-11 september om bewustwording te kweken voor het unieke karakter. Een van hun troeven is het openstellen van de dakpromenade op de Arenahal zoals Braem dat voorzien had.