[ Gepubliceerd in 100% EXPO 20 – 2017 ]
Op het eerste gezicht is het werk van Timo van Grinsven vooral aantrekkelijk, intrigerend, heel mooi gemaakt, slim, ontroerend en geestig. Tegelijkertijd is het cerebrale erg belangrijk – Van Grinsven’s gedachtenkronkels zijn onnavolgbaar. Of toch bijna, in zijn tekeningen doet hij een poging tot inzicht verschaffen. In een gesprek met op de achtergrond Hollandse stormluchten probeert hij samen met 100% EXPO wat duidelijkheid te scheppen, om een beetje magie te oogsten.
Mijn werken zijn vrienden van elkaar. Dat is de lijn in het werk. Ik denk dat het niet zo moeilijk is om te zien dat het van mij is.
LLtV: Momenteel verblijf je in het pompgemaal in Den Helder voor een ‘Artist In Residence’ via het Mondriaanfonds. Wat ben je daar aan het doen?
TvG: Ik wilde me graag terugtrekken in de natuur. Eenmaal hier ging ik op zoek naar plekken om te werken rondom Den Helder en zo ben ik bij Triade (kunstencentrum – red.) uitgekomen. Mijn bedoeling was om daar een dag in de week naartoe te gaan, maar nu zit ik er vijf dagen per week te keramieken.
De natuur zou me rust moeten geven maar ik heb zoveel ideeën dat ik van ’s-ochtends tot ’s-avonds aan het werk ben. Ik moet mezelf dwingen van de omgeving te genieten.
LLtV: Je hebt bijna altijd twee studio’s tegelijk. Welke invloed heeft dat op het maakproces?
TvG: Twee ateliers is niet echt fijn, maar tijdens een A.I.R. heb je er altijd twee dus daar wen je aan. Ik heb wel het idee dat een kunstenaar altijd aan het verhuizen is. Soms ben ik wel jaloers op conceptuele kunstenaars of schrijvers. Toch probeer ik altijd heel gericht zoveel mogelijk materiaal te verzamelen.
Je wordt wel flexibeler, gaat meer nadenken over de context die een plek genereert. Ik zou het bijvoorbeeld interessant vinden om hier iets in de grond te begraven. Keramiek heeft de associatie van een archeologische vondst in zich. Het lijkt me grappig dat als iemand mijn werk ooit opgraaft het iets van een vreemde beschaving lijkt, een volk met kommen zonder oor en een handgreep van binnen.
LLtV: Je werk heeft opvallend uiteenlopende verschijningsvormen, van tekening tot schilderij tot sculptuur en installatie.
TvG: De tekeningen zijn schematische weergaven van mijn ideeën, soms heb ik ze al uitgevoerd, soms is het de aanleiding. De tekst erin helpt me mijn gedachtengang te onthouden. Ze zijn alleen maar gemaakt om duidelijk te zijn. Als ik er een muurtekening van maak moeten ze esthetischer worden ten bate van de duidelijkheid.
Mijn sculpturen gaan vooral over vorm, constructie en samenstelling. In mijn atelier slingeren een heleboel verschillende materialen rond. Ik voeg ze samen en probeer een kloppend geheel te maken zodat er een wisselwerking ontstaat. Ik vind het mooi om minder duidelijk (abstract) te combineren met duidelijk herkenbare vormen.
LLtV: Welke rol speelt ambacht in je werk?
TvG: Ik ga voor elk idee op zoek naar het materiaal waarin ik dat het best kan uitvoeren. De tekening van twee vieren die een acht vangen is heel smal bijvoorbeeld, die wil ik dan uitvoeren in verguld messing waarvoor een juweelontwerper me de basis leert. Dat is fijn, dat ik weer een beetje meer kan daarna.
De angst voor een nieuw medium komt bij elk nieuw werk kijken. Dat is oké. Ik heb gaandeweg geleerd dat mijn ambacht vooral zit in hoe ik kijk, het beoordelingsvermogen van mijn eigen keuzes, mijn manier van doordenken.
Werk laten uitvoeren doe ik niet snel. Als ik het niet zelf heb aangeraakt zou ik niet zo snel durven tonen, dan heb ik er te weinig connectie mee.
LLtV: Je zei ooit: “de betekenis van mijn werk zit tussen twee woorden.” Kun je dat toelichten?
TvG: Ik dacht toen dat veel dingen niet bepaald zijn omdat beeld verder gaat waar taal stopt. Je gaat constant van het ene woord naar het andere, maar je komt nooit uit bij de essentie. De lepelfluit die ik nu aan het maken ben bijvoorbeeld, dat zijn twee woorden en twee voorwerpen, maar functie en betekenis zijn verdeeld in dat object. Waar het me om gaat is dat je een toon of liedje serveert in de soep die je tot je neemt; terwijl je normaal een toon ontvangt in je oor, drink je die nu op. Zoals een heks die boven zo’n grote ketel een toverwoord uitspreekt. Ook aan kunst zit iets magisch.
LLtV: Is de betekenis van je werk belangrijk?
Over sommige werken weet ik niks te vertellen, over andere kan ik bij wijze van spreken dagen praten. Soms verspreek ik me, dan zeg ik iets dat mijzelf verrast en kom ik tot nieuwe ideeën. Maar ik laat het ook graag vrij, ik wil er niet alles over weten.
LLtV: Wat wil je zeggen of communiceren met je beelden?
TvG: Ik wil dat iemand mee gaat in mijn gedachten zoals je in een boek duikt, dat het werk een ruimte wordt waarin je kan verdwijnen. De tekeningen kunnen daarbij helpen. In dat boek zijn mijn werken de afbeeldingen en de mensen de taal. Maar ze moeten niet in taal naar het werk kijken. Ik vraag me af of je níet in taal kan denken. Dat zijn gevoelens denk ik.
Timo’s werk staat op zichzelf. Het bestaat uit verschillende facetten en dat zie je niet in de groepstentoonstellingen waaraan hij vaak deelneemt. Ik wil die diversiteit tonen in de setting van een soloshow. Tique is een intieme ruimte zonder dat het een huiskamer is. De drie compartimenten in de ruimte maken dat je verschillende aspecten kan belichten zonder dat die elkaar bijten. Ik ben heel nieuwsgierig naar het samenspel. – Welmer Keesmaat, Tique Art Space
Biografie
Timo van Grinsven (s’-Hertogenbosch, 1985) werkt in Zwolle en Antwerpen. Hij studeerde achtereenvolgens grafisch ontwerp in Eindhoven, fine arts in Den-Bosch en voltooide in 2014 de Master in Fine Arts aan Sint Lucas in Antwerpen. Zijn werk kenmerkt zich door een grote gevoeligheid en intelligentie en een verscheidenheid aan verschijningsvormen die toch duidelijk van dezelfde hand komen. | www.timovangrinsven.com