Een kat met een kleintje op schoot, het wordt voorgelezen. Een varken in een brandweerwagen, een konijn achter het fornuis en een beer die het verkeer regelt. Ze vullen samen nog geen halve tekening van Richard Scarry. Zijn tekeningen zijn om in te verdwalen, alle details te bestuderen van een dagelijks leven in een fantasiestad gevuld met dieren. Er woonde ook een worm met een appelvormig autootje en een gleufhoed. Ik begreep geen snars van hoe een worm een auto kon besturen en toch nooit een ongeluk veroorzaakte.Ik zit alleen in een café, te wachten tot het zeven uur is. Ik heb net een matige tentoonstelling bezocht en probeer mijn gedachten te plooien binnen de kaders van een bespreking. Ik zit buiten maar waai uit mijn jas en besluit naar binnen te verkassen. Het loopt tegen etenstijd en ik strijk daarom neer aan een nog niet volledig gedekte tafel. Het personeel gedraagt zich in de luwte tussen dag en avonddienst uitgelaten. Het klinkt alsof de bresaola nog van het levende rund gesneden moet worden.
Een vaste gast komt zich uitgebreid verontschuldigen voor het stallen van haar fiets voor de zijuitgang, maar bestelt vervolgens doodgemoedereerd een bier en een witte wijn. Ze gaan tenslotte meteen weer weg.
Toeristen die alleen iets willen drinken worden naar de niet gedekte hoek van het café gedirigeerd. De toon waarop dat gebeurt is niet bepaald gastvrij.
Buiten, tegen de gevel, zitten drie jongens op een rij. Een donkere jongen drinkt Orangina door een groen rietje. Als de ober, hij oogt Japans en draagt een nonchalante knot achterop zijn hoofd, bij hen komt staan en geanimeerd een verhaal vertelt, kijken ze als hongerige vogeljongen naar hem op.
Op straat trekt een stroom toeristen en werkende mensen voorbij. Op weg naar een plek om de tijd te doden, op weg naar huis. Het is halverwege juni, maar het straatbeeld wordt nog altijd gedomineerd door zwarte jassen en spijkerbroeken. Een meisje op de fiets slaat een sjaal om terwijl ze een politieauto passeert die is gestopt bij een groepje jongens. Eén van hen lijkt te rappen, misschien roken of drinken ze erbij. Dat kan ik van een afstand niet zien. De scène speelt zich af tegen een achtergrond van paars geveldoek. Alsof het hele voorval speciaal is geënsceneerd voor mij om te zien en op te schrijven.
Een stad in het voorjaar, de choreografie van bewoners en bezoekers, het geluid van een EK-wedstrijd als soundtrack. Ik ervaar de stad van bovenaf, alsof ik er niet helemaal thuishoor. De details vallen me pas op nu ik tijd te doden heb. De wereld van Richard Scarry was onvoorstelbaar tijdens het opgroeien in een dorp, maar blijkt zich deze middag recht onder mijn neus te bevinden. Nog even wachten op een worm met een gleufhoed.
-juni 2012