Zou geluk in een nieuw paar schoenen schuilen, dan was 2015 een zeer gunstig jaar geweest.
1.
Te oud en te duur, niet genoeg uren beschikbaar, onvoldoende ervaring (met onderbroeken verkopen). Die ene keer dat mijn sollicitatie wel werd weerhouden bleek de omzet dusdanig tegen te vallen dat extra personeel aannemen onverantwoord zou zijn en de andere keer werd ik nooit meer opgeroepen na een eerste dienst als kok. Ik was het ondertussen beu de stad te doorkruisen en mij op strategische plekken te presenteren met in mijn tas een stapel CV’s dat volgens de laatste mode ook een pasfoto bevatte. Ook zonder bijbaan zou ik het wel redden als ik voor een beetje meer structuur en andersoortige opdrachten kon zorgen. Blijkbaar was dat wat het lot voor mij bedacht had.
2015 was niet bepaald vrolijk begonnen. Gedurende januari dook ik onder bij mijn ouders nadat ik met mijn partner thuis het nieuwe jaar had ingeluid, kijkend naar het vuurwerk, hopend dat de knallen snel zouden ophouden, onrustig grinnikend om de dronken Poolse onderbuur die ‘happy birthday Belgium’ bulderde. Angst was de inmiddels ongenode huisgast die zich in je favoriete stoel nestelt en nooit meer vertrekt. Hij was een half jaar eerder komen aankloppen daags na de supercel met hagelstenen zo groot als golfballen die het glazen dak boven de hal in mijn appartement vernielde. Ik hield al nooit van storm (vaderlief raakte altijd in paniek en was niet zo goed in mij geruststellen), maar nu volgde ik geobsedeerd de buienradar. Het is beter om het gevaar aan te zien komen redeneerde ik. Voorts bleek het enige effect te zijn dat elke donkere wolk een schaduw over mijn gemoed wierp en mijn darmen deed rommelen als de donder.
Niet lang na de hagelstorm, het was tijdens een feestje waar ik me niet al te goed vermaakte, stelde een trillende broekzak mij op de hoogte van de eerste goed gepromote onthoofdingsclip uit Syrië. Dagenlang werd ik geplaagd door hartkloppingen en zeiknatte dromen. Overdag was ik te onrustig om een samenhangende zin op papier te krijgen in een koude werkkamer in het stille appartement met een lekkend dak in een nieuw land. Een baantje zoeken was misschien toch zo’n gek idee niet.
2.
In februari 2015, in de nasleep van de wintersolden, fietste ik door de Antwerpse Kammenstraat. Hoewel ik er flink de vaart in had, bood het gat in mijn hand toch goed zicht op de kortingen in de etalage van een schoenwinkel vol multi-kleurige lederen verleidingen. De wens om me te kunnen kleden precies zoals mijn gemoed dat ingeeft, overschaduwde op dat moment de realiteit van mijn schamele bankrekening, en zodoende bevond ik mij luttele momenten later binnen in de hoop eindelijk die zwarte veterpumps te vinden waarnaar ik al zo lang op zoek was om mijn hedendaagse vintage garderobe weer een beetje meer te vervolmaken.
Toen ik op de ingang afliep viel het helder afstekende vel witte papier op dat binnen tegen het raam was geplakt. ‘Verkoopster gezocht, 2-3 dagen per week, vanaf 25 jaar.’ Terwijl ik mij handgemaakte veterschoenen met de kleur van halfzware shag en een hoge hak liet aanmeten informeerde ik naar de positie. De verkoopster lachte breed vanonder haar springerige krullen en beloofde een goed woordje voor me te zullen doen. Die avond schreef ik een email aan de zaakvoerder.
3.
Twee dagen na de aanschaf van het eerste paar schoenen van 2015 kreeg ik mijn studievriendinnen op bezoek. Terwijl zij zich installeerden in een pretentieus etablissement met een in het Frans uitgesproken Duitse naam ging ik nog even solliciteren. Na alle voor- en tegens te hebben afgewogen besloot ik toch om op die nieuwe veterpumps en in knalrode kokerrok te verschijnen. In maart startte ik met mijn nieuwe baan.
Die eerste periode – elk seizoen wordt er een schoenenbudget voorzien nadat de personeelskorting van de verkoopprijs is afgetrokken – was ik het kind in de snoepwinkel. De vele ladders in het magazijn versterkten het Charlie en de chocoladefabriek-gevoel. Met rode konen van gene en opwinding kwam ik thuis met vijf paar schoenen: de rode sandalen op houten hak die ik altijd al wilde hebben maar steeds te duur had bevonden, de veterschoentjes met vacht en zwarte stipjes waar mijn ogen tijdens de sollicitatie aan waren blijven plakken, twee paar platte sandalen voor de warme zomer en nog maar eens variant op de veterschoen met hak, in groen leder deze keer. Mijn eerste loon was er al voor de helft doorheen, maar mijn schoenenrek was een droom. Ondertussen lagen er bovendien nieuwe glasplaatjes over het gat in de hal waar de schoenen staan en daarmee was het gevaar van gespietst te worden ook tot een minimum teruggebracht. (Niet dat ik dat echt geloofde overigens, want niets zo onvoorspelbaar als het weer tenslotte.)
4.
Aanvankelijk leek het werk precies te voorzien in mijn behoefte aan regelmaat, financiële basis en vooral ook minder kopzorgen, afleiding van het gepieker en ruimte voor het schrijven van verheffende zaken. Het werd mooier weer, er waren leuke gesprekken met tevreden klanten, ik zag mijn collega (één, een Zeeuwse) ook buiten het werk om. Vermoeide ledematen bevorderden (eindelijk) de slaap. Met het inkomen kon ik elke nieuwe maand zorgeloos de afschrijving van de huur incasseren.
Eilaas. Oom Angst was me gevolgd naar mijn werk en had een comfortabel plekje gevonden tussen de dozen. Bij diepe bassen in de achtergrondmuziek die mijn ingewanden deden resoneren gaf hij extra effect, als het weer hevig lekte op de koer deed hij mijn hartslag samenvallen met de hi-hats. Zelfs in de zalige trance van het traplopen met armen vol schoenen, wist hij me toch soms te verrassen met zijn plaagstoten.
Ik wil nog steeds graag geloven in het soort geluk dat een roze geverfd enkellaarsje met bijna orthopedische leest en een hakhoogte die billen de juiste deining verleent kunnen brengen. Geloven in geluk dat via de voetzolen omhoog stroomt naar gemankeerde cellen in ziel en hoofd; in de blijvende werking ervan. Ik heb negen paar pogingen gedaan afgelopen jaar, maar oom lijkt er niet van onder de indruk
Dit is onderdeel van wat een serie moet worden – en uiteindelijk een boek – gebaseerd op voorvallen gekleurd door de angst en onzekerheid die mij al heel lang plagen. Ze hebben me een grondige zelfkennis en grote waardering voor vriendschap opgeleverd, maar ook een grote belemmering gevormd in carrière en relaties. Hoogste tijd voor opruimen en afsluiten.