Fijtje is 77 maar je zou het haar niet geven. Ze woont al 54 jaar in hetzelfde huis in Nieuwkoop. Sinds ze bij het opruimen van haar moeders’ woning een hoeveelheid wol voor een oorlog vol winters vond, slijt ze haar dagen voornamelijk breiend. In twee groene notitieboekjes noteert ze aan welke buren, vrienden, familieleden ze de door haar gebreide truitjes heeft gegeven. Het zijn er al 414.Toen mijn lief 31 werd gaf ik hem voor zijn verjaardag een gebreide trui cadeau. Althans, het idee van een gebreide trui. Die met de pinguïn en de zeehond die hij als jongetje van zijn oma kreeg was versleten en veel te klein bovendien. Er moest dus een nieuwe komen. Maar ik heb geen talent en met de breimachine van een vriendin zou ik niet overweg kunnen. Er zat niets anders op dan iemand te zoeken die de trui voor ons wilde breien. Gelukkig deed diezelfde vriendin een borduurproject in een nieuw theater / buurtcentrum in Nieuwkoop. En daar ontmoette ze Fijtje.
Fijtje was wat stug, de eerste keer dat we haar ontmoetten in het buurtcentrum waar het geborduurde wandtapijt werd onthuld. Maar wat wil je, twee stedelingen die haar, zonder haar ooit gezien te hebben, vragen om iets in opdracht te breien. Als ik patroon en wol zou verzorgen wilde ze het na enige aarzeling wel doen. Geld wilde ze er niet voor, drinken deed ze nooit, en om chocola gaf ze niet. Na enig aandringen gaf ze te kennen dat ze wel van orchideetjes hield.
En zo togen we naar Nieuwkoop, met een zak wol, een patroon en een orchidee. Twee weken later was de trui af en op een dinsdagavond, de dag dat Koningin Beatrix haar abdicatie bekendmaakte, reden we opnieuw die kant op. De buren keken op het rumoer van onze luide oude dieselbus verontrust door hun met siergordijnen omlijste ramen toen we voorbijkwamen. Even later zaten we aan een met tapijt gedekte tafel. We kregen thee met een jodenkoek.
We dronken de thee in haar bruine interieur. De orchidee stond op de salontafel. Ze wees ons de gemakkelijke stoelen – een voor haar billen, een voor haar voeten – waarin ze breide. Ze vertelde over haar uit Kroatië geadopteerde zoon en hoe ze haar nieuwe auto in de sloot had gereden nadat de buurman haar had gewezen op brandende achterlichten. Ze liet een artikeltje zien over het poffertjesfeest dat ze voor de buurtkinderen had georganiseerd. Ze noemden haar tante Fijtje of buurtoma. Zelf had ze geen kinderen kunnen krijgen, misschien dat ze daarom zo graag voor anderen breide en poffertjes bakte. Die lustte ze zelf ook wel graag trouwens, en daarom deed ze aan aquajoggen. Maar vooral breide ze.
De starheid was verdwenen, en tevoorschijn kwam een warm, hartelijk, levenslustig mens. De trui paste. Die tien centimeter die hij te kort was zou Fijtje er nog wel even aanbreien. Binnenkort rijden we zodoende voor een derde keer naar Nieuwkoop. En als de trui dan klaar is schrijft Fijtje in haar notitieboekje: 415. Herentrui met regenboog. Jammer dat ze niet in de buurt woont, anders zou ik elke week jodenkoeken bij haar gaan eten.
– januari 2013