1.
Vanaf haar vakantieadres op Corsica had ze me verzekerd dat het niet om naakt poseren ging. Nu stond ik in de woonkamer van haar appartement, in elke ooghoek een meubelstuk of snuisterij afkomstig uit de woning die ik ooit gedeeld had met haar echtgenoot. Ik schuifelde achter haar aan door de vertrekken als een debutante, tersluikse blikken werpend op het echtelijke bed. Braaf paste ik een rok en een vest; talend naar goedkeuring stalde ik mijn meegebrachte schoenen uit. Studieus bladerde ik door de boeken vol ontklede flappers die ze me aanreikte ter inspiratie; ‘oh werkelijk?’.
We kozen de meest spectaculaire jurk. Lovertjes op gaas, glanzend als groene keverschildjes, een paar dwarsverbindingen om voor- en achterpand bij elkaar te houden en een heleboel pazaz. Terug thuis diepte ik mijn huidkleurige ondergoed op. Ik kopieerde poses uit de fotoboeken ver weg van de spiegel en was plots heel blij dat ik het appartement niet meer deelde.
2.
Mijn eerste personage was een ‘Garçonne’ – een vrijgevochten lesbienne in het onwaarschijnlijke beroep van kapster, een sigaret losjes van tussen de lippen bungelend, het lijf stevig verpakt in zwart met wit. De lovertjesjurk was voor personage twee: een nachtclubzangeres, de rol die ik dolgraag met overtuiging wilde leren spelen. Verlegenheid past een meisje van 33 in bepaalde situaties niet zo goed.
‘No bra’, zei ze. Ik dacht een triomfantelijke ondertoon te horen. Dames uit Nice houden er blijkbaar een andere definitie van naakt op na dan een meisje uit midden-Nederland. Maar dit meisje woonde nu in het bruisende Antwerpen en zou zich niet laten kennen. BH uit, culotte aan, jurk erover, vos om nek, inademen, God danken voor het felle theaterlicht dat mijn ogen deed tranen.
Tableau vivant: de gespierde borstpartij van een benevelde jazzmuzikant; een voluptueuze tiet die uit een ivoorkleurige satijnen ochtendjas steekt, twee danseressen met cleopatrapruik in een deken van licht, stemmen en muziek. Mijn hoofd ervoer schunnig plezier en hete gene, mijn lichaam een stijve kaak door het wiebelende sigarettenpijpje. Misschien voor het eerst voelde ik me comfortabel in mijn door angststoornis en yoga dun geworden lichaam. Ik was zowaar in staat te genieten van bekeken te worden in nauwelijks bedekte staat. Misschien dat verlicht zijn zo voelt; gewichtloos na een onvoorspelbaar pad langs de afgrond waarin ik steeds de zelfde praktische broek en stevige schoenen droeg om me snel mee te kunnen verplaatsen en geen conservatieve reacties uit te lokken in een wijk vol immigranten.
3.
Ik deelde foto’s op Facebook en oogstte nog meer positieve gevoelens. ‘Hypocriet’, dacht ik een paar dagen later. Ik schreef: ‘Het was het laatste jaar niet alleen koek, ei, borsten en klaprozen trouwens, al lijkt dat op Facebook misschien zo. Heel veel stress leidde tot een angststoornis en burn-out en in het proces is mijn relatie na zes jaar gesneuveld. Ik ben eindelijk weer aan het opkrabbelen en lijf en leven aan het vieren, en dat vond ik leuker om te delen dan al de rest. Voila, de waarheid mag ook wel eens gezegd.’
Het was pas toen het lofuitingen (‘Held! ‘Mooi gezegd!’, ‘Herkenbaar!’, ‘Respect!’) begon te regenen dat ik me realiseerde dat de reacties ook heel negatief hadden kunnen uitpakken. Alhoewel ik betwijfel of ik me daardoor tegen had laten houden. Bijna blote borsten vond ik vele malen enger. Belangrijker: ik had mijn buik vol van de schone schijnerij. Zo vol dat de enige optie was om er korte metten mee te maken, niet in de laatste plaats met mijn eigen hypocrisie.
Nu is het tijd voor ijdelheid, en laat die tatoeages, borsten, en boek over mijzelf daar vooral deel van uitmaken.
Vladimir Nabokov schrijft in het voorwoord bij een herdruk van zijn eerste roman ‘Masjenka’ De algemeen bekende neiging van beginnelingen om hun privacy te grabbel te gooien […], moet niet zozeer toegeschreven worden aan de aantrekkelijkheid van een kant en klaar thema als wel aan de opluchting die ontstaat door zichzelf af te handelen alvorens over te gaan te betere dingen.’
Dit is onderdeel van wat een serie moet worden – en uiteindelijk een boek – gebaseerd op voorvallen gekleurd door de angst en onzekerheid die mij al heel lang plagen. Ze hebben me een grondige zelfkennis en grote waardering voor vriendschap opgeleverd, maar ook een grote belemmering gevormd in carrière en relaties. Hoogste tijd voor opruimen en afsluiten.