Ik had een fantasietje waarin ik de sexy Iraakse kunstenaar in antwoord op de vraag waardoor ik zo angstig was geworden, zou zeggen: Arabische mannen. Jij bent onderdeel van mijn therapie. Ik moest erom grinniken zoals om de meest effectieve moppen – die met een kern van pijnlijke waarheid.
We dronken koffie in een walm van haarverzorgingsproducten en met het gebrom van een wasmachine op de achtergrond. Ik had toevlucht gezocht in een merkwaardige mix van functies nadat ik aan de overkant van de straat op een bankje in de kou hadden zitten wachten. Het door mij voorgestelde café, dat zijn stamkroeg bleek te zijn, was nog dicht. Hij was te laat, ik vroeg me af wat de fuck ik eigenlijk aan het doen was.
Zijn huisgenoot had als grap een Tinder-profiel aangemaakt – aan ontmoetingen met leuke meisjes in zijn kunstkosmopolitisch bestaan namelijk geen gebrek. In dat van mij echter een gapend gat, en daarom achtte ik het tijd om het kluizenaarsprofiel af te schudden ten faveure van een meer roekeloos tenue. Ondanks alle bedenkingen (typisch hoe je altijd roept dat zoiets oppervlakkigs als een aan Facebook gekoppelde dating-app niet aan jou besteed is, maar dat je ondertussen ook al weet dat je op een bepaald moment toch gaat zwichten uit nieuwsgierigheid maar vooral uit behoeftigheid) besloot ik Tinder in te zetten als bootcamp voor nobele zaken als zelfvertrouwen en levensvreugd. En seks.
TRUT
We dronken nog meer koffie en ik raakte geïrriteerd door mijn eigen gezwijg, geïntrigeerd door zijn arrogantie en zijn afkomst, in de ban van zijn zachte, donkere krullen en slanke handen. Uiteraard was hoofdzakelijk hij aan het woord. Over wat een geweldig danser hij was, zijn kunstgraffity met kans-op-gevaar, illegaal kamperen op het gazon van een Ardeens landhuis, de copieuze maaltijden die hij aanrichtte, bacchanalen in Brussel, zijn roodharige Mexicaanse geliefde, een allergische reactie op de nagels van een one night stand in zijn rug, een adresboek vol bekende kunstenaars, cocaïne, de iPhone die zijn moeder hem vanuit Bagdad had opgestuurd. ‘De wereld is kut, je kunt beter nu leven want morgen kan het afgelopen zijn’, aldus A. Jaja, dacht ik, druk irritant mannetje. Maar de saaie trut in mij schaamde zich rot. En toen nodigde hij zichzelf te eten uit.
De trut schoof ongemakkelijk heen en weer in haar zetel. Dat was het moment om haar een schop onder haar gat te geven en het roer uit handen te nemen. Een batterij excuses om te verklaren waarom je niet zou leven naar je eigen maatstaaf liep leeg, en in mijn brein werd een in de steek gelaten partijtje Onderuit hervat. Na wat roestig geknars rammelde een heldergeel fiche in het potje toen ik mijn Netflix abonnement opzegde. Een winnaarsmentaliteit deed me mijn spaarrekening aanspreken; waar is dat geld anders voor bedoeld dan noodgevallen als het kopen van een ukelele, dansles nemen, koffie drinken met leuke mannen (hoewel zij die meestal betalen), het genezen van een somber huisdier? Een beetje meer reuring is wel gezond voor de leeuw in mijn hart.
PROOI
Nu was A niet de enige date die Tinder me had opgeleverd. Het matras was net niet warm meer van de vorige bezoeker. Hij had me doen inzien dat seks, hoewel seks om seks niet verkeerd is, vele malen seksier is als je tegenspeler behalve een lekker stuk ook een leuke man is. Wijze vriendinnen uit het noorden orakelden via WhatsApp (‘Wil je hem naakt zien?’) en bevestigden mijn nobele gedachten, de verstandige tuthola annuleerde de eet-date met een sms. Reuze dapper. Maar A liet zich zo gemakkelijk niet afpoeieren. Hij argumenteerde als Brugman, kwam, plofte neer, beledigde mijn eten, opende een spervuur aan seksuele toespelingen en schepte op over de hoeveelheid zaad die zich in de maand dat hij niet had geneukt moest hebben gevormd. Ik was na de werkdag zo druk met het koken van mijn ‘easy food’ dat ik geen scherp verweer klaar had. Laat dat, of nieuwsgierigheid, de verklaring zijn voor het feit dat hij een paar uur later – ‘I’m already naked’ – toch in mijn bed lag. Dat ik het deed om er vanaf te zijn klinkt zo onverstandig.
Ik weet niet precies welke angst ik uiteindelijk bestreed, maar te oordelen naar het tevreden geknor van de leeuw in mijn hart had ik iets goed gedaan: ik had gedurfd iets onverstandigs te doen en mijn eigen standpunt geslepen onderweg. En ik had geneukt. Heel even dan toch.
Dit is onderdeel van wat een serie moet worden – en uiteindelijk een boek – gebaseerd op voorvallen gekleurd door de angst en onzekerheid die mij al heel lang plagen. Ze hebben me een grondige zelfkennis en grote waardering voor vriendschap opgeleverd, maar ook een grote belemmering gevormd in carrière en relaties. Hoogste tijd voor opruimen en afsluiten.