[ Gepubliceerd in PF 2 | 2016 ]
Hannah en Joel is een Belgisch – Frans fotografenduo met één been in de mode en het andere in het leven. Hun werk valt op door het gebruik van analoge camera’s, zwart-witfilm en een grote dosis intimiteit. Een tegendraadse keuze in een sector geregeerd door snelheid, ideaalbeelden en commercie. Ruim een jaar geleden verruilden ze modewalhalla Parijs voor Antwerpen. ‘We zien het als morele verplichting om te proberen de modewereld te veranderen.’
‘Als je het zo goed weet, hou dan je mond en doe het gewoon.’ Joel Benguigui (Denpasar, 1978) had zich in Spanje teruggetrokken om zich te bezinnen. Hij had goed geld verdiend met fotowerk voor een cosmeticabedrijf, ‘Maar ik kon mezelf niet aankijken in de spiegel. Het werk had niets met creativiteit te maken, het kwam niet vanbinnen.’
Joel belandde in Spanje met een uitnodiging voor de Valencia Fashion Week. Hij besloot er te blijven en reisde daarvandaan naar opdrachten in Parijs, Bucharest en Brussel. Op een set Brussel in ontmoette hij de Vlaamse Hannah Dusar (Gent, 1990). De chemie was onmiddellijk. Kort daarna vroeg Joel haar om hem in Spanje te komen assisteren bij het fotograferen van een Brusselse callgirl. Door een rare speling van het lot kwam de opdrachtgeefster nooit opdagen, maar Hannah en Joel beleefden vier fantastische dagen.
Hart, oog, vinger
‘Na een dik jaar in Spanje besloten Hannah en Joel naar Parijs te verhuizen om daar samen beelden te gaan maken. Welke vorm dat moest krijgen wisten ze nog niet, maar tijdens een van de laatste avonden in Valencia gebeurde er iets cruciaals: een stel vrienden, een ontspannen sfeer, de charismatische Diego, man met camera (Joel) en een studente politicologie met een scherp oog en een franke bek (Hannah). Hannah gaf Joel (die Diego aan het fotograferen was) aanwijzingen, waarop Joel haar zijn camera (toen nog een digitale Canon) in de hand drukte om er vanaf te zijn. Hannah had nog nooit gefotografeerd, maar ze waren beiden verbluft door het resultaat.’
Met de verhuizing naar Parijs kwam de overstap naar modefotografie als vanzelf. Beiden zagen ze mode als een vorm van expressie, levende kunst. Na de extreem gecontroleerde wereld van foutloos geschminkte gezichten waar hij in begonnen was, zag Joel modefotografie bovendien als mogelijkheid om meer te experimenteren en zijn interesse voor documentaire in zijn opdrachtwerk te integreren, een genre waar meer ruimte voor is gekomen sinds de verhuizing naar het minder jachtige Antwerpen en de strenge selectie van opdrachten.
Hannah en Joel begonnen zoals iedereen in de mode begin: met een digitale camera zoveel mogelijk modellen fotograferen om een portfolio te vullen die tot meer opdrachten moet leiden. ‘’Parijs’’, het duo gebruikt het als bedrijfsnaam, ‘was heel destructief. Bijna niemand met wie we werkten stond open voor een andere visie op mode en fotografie. Wij willen investeren in de persoon voor de camera omdat het ons niet alleen om de buitenkant gaat. Die aanpak vergt energie. Meer dan twee meisjes per dag fotograferen was voor ons niet haalbaar. Opdrachtgevers verwachten echter heel vaakgestandaardiseerde meisjes, het gaat nauwelijks nog om hun karakteristieke trekken. We zouden net zo goed robots kunnen fotograferen.’
IJs in de metro
‘We verdienden geld met wat we gevraagd deden te doen, maar we waren er niet trots op.’ Hannah en Joel hadden niet lang nodig om zich te realiseren dat ze niet wilden meewerken aan een systeem waarin voor zowel model als fotograaf geldt dat zoals je bent nooit goed genoeg is. ‘Dat was het moment voor ons om de vraag te stellen waar het om draait: wil je leven of wil je gelukkig zijn? Het stond als een paal boven water dat we voor het tweede moesten kiezen, want na elke werkdag moest ik huilen’ illustreert Hannah haar moeite met de gang van zaken. ‘Voor we in de metro stapten kochten we meestal een pot Ben & Jerry’s-ijs. We hadden standaard een lepel op zak zodat we die nog onderweg konden leegeten. Zo erg was het.’
Eigenzinnig wordt je niet vanzelf, zeker niet in de mode-industrie waar de manier van werken in steen gebeiteld lijkt. ‘Je hebt veel zelfvertrouwen en ballen nodig om het op je eigen manier te doen’, vertelt Hannah. Wat misschien ook helpt is dat fotografie voor Hannah en Joel, die beiden geen formele opleiding volgden, geen beroep maar een roeping is. ‘Je kunt beter vanuit een andere achtergrond gaan fotograferen’, vindt Joel, ‘omdat het je een kijk op mensen en de wereld geeft. Ik krijg vaak de vraag hoe ik mijn foto’s maak. Ik heb een hart, een oog, een vinger. De camera doet er niet echt toe en zeker een fotografieopleiding niet, die zit alleen maar in de weg als je een eigen visie probeert te vormen.’
Grootvaders Leica
Hannah en Joel hebben flink geïnvesteerd in het opbouwen van hun werk en aanpak. Die aanpak draait om een paar principes, waarvan de radicale keuze voor traagheid misschien wel de belangrijkste is. ‘We begonnen gewoon digitaal, maar we namen altijd de Leica van Joels grootvader mee naar de testshoots’, herinnert Hannah zich. Besmuikt voegt Joel eraan toe: ‘Slechts vijf van de zesendertig opnamen lukten. We dachten dat dat er gewoon bij hoorde, maar er bleken gaatjes in de achterwand te zitten.’ ‘Elke keer realiseerden we ons dat de analoge foto’s beter waren dan de digitale’ vervolgt Hannah. ‘Op een gegeven moment deden we alles fiftyfifty. We durfden nog geen afscheid van de digitale camera te nemen, bang dat we iets zouden missen.’
Tot de dag dat Joel de geheugenkaart vergat. ‘Gaan we dit doen? Fuck ja! We moeten vertrouwen op onze capaciteiten’, herinnert Hannah zich de gedachtegang. De voordelen manifesteerden zich direct. ‘De meisjes reageerden heel anders. Met een preview gaan ze zich ‘corrigeren’, maar het feit dat dat nu niet mogelijk is geeft ze ongelofelijke vrijheid om te improviseren. Door onze aanpak hebben we de serendipiteit terug in ons werk gebracht. En komen daar niet de mooiste dingen uit voort?’
Het gebruik van de degelijke oude Leica lijkt bovendien bij te dragen aan het scheppen van een vertrouwelijke sfeer. ‘We willen meisjes helpen zich niet langer een model te voelen, maar een prachtig persoon die niet alleen wordt gedefinieerd door haar fysieke verschijning. Als het lukt om met behulp van dat vertrouwen een band tot stand te brengen, dan zie je dat in de foto’s. We krijgen regelmatig van modellen te horen dat de foto’s hen raken, zelfs als ze er niet op hun voordeligst opstaan.’ De beloning is rijkelijk: met een aantal van de meisjes is een hechte vriendschap ontstaan.
De dynamiek die ze als duo hebben kan ook beschouwd worden als een principe. ‘Het is handig om een duo te zijn omdat sommige mensen meer naar mij trekken, vooral de jonge meisjes, en anderen meer naar Joel’, vertelt Hannah. ‘Bovendien geeft het je de mogelijkheid om de off-moments te vangen wanneer de een in gesprek is met model of geportretteerde en de ander zich als vlieg-met-camera op de muur kan gedragen’.
En dan is er nog de opvallende keuze voor zwartwit. Daarover zegt Joel: ‘Kleur leidt af van de essentie, van emoties. Het legt de nadruk op tijd, terwijl zwartwit het hedendaagse uitbant. Daarmee voorkom je vluchtigheid.’ Daarmee onderstreept het duo hun tegenbeweging in een industrie waar het vaker om een verkoopbaar, tijdelijk product gaat dan om vormen, filosofie en expressie.
Romantisch idealisme
Een maand na het voorval met de geheugenkaart later verkochten ze de digitale camera. Het heeft hen geen windeieren gelegd want ondanks, of dankzij, hun specifieke aanpak heeft het duo geen gebrek aan werk. ‘Tot nog toe hebben opdrachtgevers ons gevonden. We zijn geen go-getters wanneer het gaat om opdrachten verwerven. Misschien is dat een foutje in onze werkwijze, maar het heeft zich desondanks heel mooi gevoegd naar onze fotografie. Ook met onze agent en opdrachtgevers bouwen we, succesvol, aan een persoonlijke band. Onze foto’s zijn gebaat bij begrip voor onze filosofie. Het is essentieel dat ons niets wordt opgedrongen, dat we niet enkel op het knopje hoeven te drukken omdat het concept voor het beeld al vastligt.’
‘De impact van modebeelden op de samenleving is enorm groot’ motiveert het duo de wens een positieve bijdrage aan modefotografie te leveren. ‘We zien dat zeer veel mensen in de industrie ongelukkig zijn. Ondertussen wordt er een product gemaakt waarvan iedereen buiten de sector ook ongelukkig wordt omdat ze onhaalbare idealen uitdragen.’ Het duo is verontwaardigd. ‘Zelfs de modellen moeten lijken op meisjes die niet bestaan!’
Ondanks de bedenkingen kiezen Hannah en Joel vol overtuiging voor mode: ‘Er zijn mensen nodig die het wat kan schelen, mensen die anders zijn. Een droomwereld creëren is niet erg, maar het mag wel een beetje realistischer en minder discriminerend zijn. Misschien is het hopeloos naïef romantisch idealisme, maar we zijn verplicht het te proberen. Gelukkig omringen we ons met een groeiende groep mensen binnen de industrie die onze idealen deelt.’
Alle afbeeldingen ©Hannah and Joel