[ Gepubliceerd in Septentrion 4 | 2014 ]
De Nederlandse fotografe Ilvy Njiokiktjien combineert journalistiek werk in opdracht met documentaire projecten waarvoor ze meer dan eens naar Zuid-Afrika reisde. Ze was de eerste vrouw die de Zilveren Camera won, een van de prijzen waarmee haar werk al werd bekroond. In 2013 vervulde ze –weer als eerste- de erebaan van Fotograaf des Vaderlands. Een portret van een gedreven jonge vrouw met een liefde voor Afrika en een permanente glimlach. 5 december 2013. Op de luchthaven van Amsterdam landt een vliegtuig dat elf uur eerder uit Zuid-Afrika is vertrokken. De loopbrug spuwt mensen uit, sommigen zijn ongeduldig; het is Sinterklaasavond en thuis wachten partners, kinderen, vrienden. Tussen het gedrang bevindt zich fotografe Ilvy Njiokiktjien (1984, Maarssen), juist terug van een reportage in het land van Nelson Mandela.
Terwijl het gros van haar medepassagiers zich naar de uitgang haast, checkt de fotografe het nieuws. Nelson Mandela is dood. Gestorven in de uren dat zij in het vliegtuig zat. Haar primaire reactie is helder: ik moet erheen. In de loop van haar korte carrière heeft ze reeds vele reportages in Zuid-Afrika gemaakt. Niet zelden waren de verhalen verbonden met Mandela. Het zou raar zijn als ze de begrafenis niet in beeld zou brengen, verklaart ze in een televisie-interview tegen presentator Wilfried de Jong. Alle Sinterklaasplannen ten spijt.
Dubieuze eer
Terug in Zuid-Afrika. De rouwstoet met daarin Mandela’s kist pendelt gedurende drie dagen tussen het ziekenhuis en de plek waar Mandela wordt opgebaart. De hoofdweg blijkt hermetisch afgesloten voor verkeer, maar de fotografe parkeert haar auto in de buurt en besluit langs het parcours te lopen. Af en toe rent ze terug naar haar auto om de geheugenkaartjes uit haar camera veilig te stellen – ze moet er een tiental in haar zak hebben zitten. Ondanks haar overduidelijke missie, spijkerbroek, twee camera’s om de nek, houdt niemand haar tegen. Ze krijgt zelfs water van het leger.
Op de eerste twee dagen langs de weg vangt ze in eerste instantie bot: te laat gedrukt, een arm in beeld. Als ze op dag twee besluit terug te lopen naar haar eigen auto, hoort ze gegil en ziet ze de rouwstoet de straat waarin ze zich bevindt indraaien. De foto die ze dan maakt, een beeld waarin rouw en heldenverering samenkomen, levert haar de dag na het voornoemde televisie-interview de Zilveren Camera 2013 op. De Zilveren Camera is een Nederlandse prijs voor fotojournalistiek met vele categoriewinnaars en één algemene winnaar. Njiokiktjien wint zowel de eerste prijs in de categorie Buitenland Enkel als die laatste prijs. Die wordt voor het eerst sinds het 65-jarig bestaan ervan uitgereikt aan een vrouw. Een dubieuze eer, vindt Njiokiktjien. Blijdschap overheerst, maar hoewel de persfotografie een mannenwereld is, waren er toch ook capabele vrouwelijke collega’s in het verleden.
In een interview met ELLE herinnert ze zich hoe de mannen van het ANP haar soms letterlijk bij de hand namen om haar dingen uit te leggen.
Dan maar geen goeie foto
Ilvy Njiokiktjien groeide op op een woonboot in de buurt van Utrecht als dochter van een Nederlandse moeder en een Chinees-Indonesische vader (vandaar haar exotisch klinkende achternaam). Na het afronden van haar middelbare school volgde ze een jaar lang lessen op een high school in de VS. Ze schreef zich in voor de fotoklas en was meteen ‘hooked’. Toch ging ze geen fotografie studeren maar journalistiek aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Daar wilde ze deelnemen aan de fotoklas, maar de docent werd ziek en de opleiding ging niet door. Het was pas tijdens een stage bij persbureau ANP dat ze echt begon te fotograferen. In een interview met ELLE herinnert ze zich hoe de mannen van het ANP haar soms letterlijk bij de hand namen om haar dingen uit te leggen. Een opmerkelijke wending voor een meisje dat ooit vrachtwagenchauffeur wilde worden.
Wat Ilvy Njiokiktjien aantrekkelijk vindt aan fotografie is dat het een breed publiek heeft. Iedereen kan naar een foto kijken en het verhaal erachter begrijpen, zegt ze. En dat is belangrijk voor iemand die graag verhalen wil vertellen. Haar stijl omschrijft ze als traditionele fotojournalistiek. Ze vindt het prettig om een verhaal van het begin tot het eind te vertellen, gewoon zoals het is, zonder inmenging van de fotograaf. Zelfs de naar Mandela zwaaiende vrouw naast haar heeft ze niet weggeduwd om een foto zónder arm in beeld te kunnen maken. Dan maar geen goeie foto. ‘Wie ben ik om het rouwproces van die mensen te verstoren’, zegt ze daarover.
Heilig moeten
Naast de evidente kwaliteit van haar beelden, lijkt Ilvy Njiokiktjien te beschikken over set eigenschappen die haar succes kunnen verklaren. Moed bijvoorbeeld. En doorzettingsvermogen. Wat ook helpt, denkt ze zelf, is dat ze geen gezin heeft. Soms wil het wel eens helpen dat je vrouw bent, dan kom je ergens sneller binnen. Mensen vertrouwen je eerder, vertelt ze talkshowhost Humberto Tan. Haar opvallende bos haar en gulle lach hebben daar ongetwijfeld ook een aandeel in. ‘Ze heeft echt zin in het vak’, zegt Ruud Visschedijk, directeur van het Nederlands Fotomuseum waar ze later dit jaar een tentoonstelling heeft. ’Er zit een soort heilig moeten in die vrouw waar je alleen maar enorm veel respect voor kunt hebben.’
Door een misverstand wist Maassen, een notoir heethoofd, niet dat Njiokiktjien toestemming had gekregen en hij gooide haar gloednieuwe Canon camera stuk.
Dat ook anderen daar zo over denken bewijzen de verschillende prijzen die haar werden toegekend sinds haar afstuderen. In 2008 won ze de Canon prijs voor jong talent (onderdeel van de Zilveren Camera) en in datzelfde jaar de National Geographic fotoprijs. 2008 was ook het jaar dat ze bij het grote publiek bekendheid kreeg, zij het met een heel andere reden. Net terug van een jaar werken voor The Star, een Zuid-Afrikaanse krant, kreeg ze van Nederlands dagblad Spits de opdracht om cabarettier Theo Maassen te fotograferen. Door een misverstand wist Maassen, een notoir heethoofd, niet dat Njiokiktjien toestemming had gekregen en hij gooide haar gloednieuwe Canon camera stuk. Er volgden verontschuldigingen, een schadevergoeding en, door alle media-aandacht, een heleboel nieuwe opdrachten. Het geld dat ze daarmee verdient investeert ze in langetermijnprojecten die haar bijna zonder uitzondering naar Zuid-Afrika brengen.
Geliefd Afrika
Sinds Ilvy Njiokiktjien in 2004 voor het eerst naar Zuid-Afrika reisde voor een stage, zit het land definitief op haar radar. Iedere keer dat ze in Zuid-Afrika was voor het ene verhaal, stuitte ze op een volgend verhaal waarmee ze iets wilde doen. Ze heeft zelfs Afrikaans geleerd om zich nog gemakkelijker door het land te kunnen bewegen. Maar haar aandacht reikt verder. Njiokiktjien reisde ook naar andere Afrikaanse landen als Angola om daar reportages te maken voor reismagazines en kranten. Vaak blijkt uit de foto’s het persoonlijk contact tussen de fotografe en het onderwerp. Door de intimiteit van het moment, een blik in de ogen of een volstrekt natuurlijke houding.
Dat Njiokiktjien gemakkelijk op mensen afstapt blijkt uit het volgende voorbeeld. 2010, Ilvy Njiokiktjien is in Zuid-Afrika om de begrafenis van de extreemrechtse politicus Eugène Terre Blanche te fotograferen. Tussen de aanwezigen ontdekt ze een rijzige man met een grijs ringbaardje, gekleed in een legeruniform uit de dagen van het Apartheidsregime. Haar nieuwsgierigheid wordt gewekt en ze benadert de man, kolonel Franz Jooste. Het is diens Kommandokorps, een trainingskamp waar jonge blanke jongens getraind worden om zich in voorkomende gevallen te kunnen verdedigen tegen zwarte Zuid-Afrikanen, dat later het onderwerp wordt van ‘Afrikaner Bloed’, het project waarmee ze ook bij een fotografiepubliek haar naam vestigt.
Ondanks het medeleven, haar vermoeidheid en de voortdurende staat van verbazing, verzaakt Njiokiktjien geen moment.
Samen met Elles van Gelder, een Nederlandse journaliste die ze op de begrafenis van Terre Blanche ontmoet, neemt ze in 2011 deel aan het kamp. Om toestemming te krijgen moeten ze enige overredingskracht aan de dag leggen, want Jooste voelt lichte achterdocht. Uiteindelijke stemt hij toe, mede omdat een podium voor zijn missie hem geen kwaad lijkt te kunnen. In de loop van de negen dagen waarin ze overdag opnames maken en ’s avonds al hun materiaal terugkijken, zien ze de jonge deelnemers aan het kamp van mening veranderen over hun zwarte landgenoten. De volledige legertraining valt sommigen zwaar; tranen biggelen over de wangen van de jongste deelnemer omdat hij zijn vader niet teleur wil stellen. Ondanks het medeleven, haar vermoeidheid en de voortdurende staat van verbazing, verzaakt Njiokiktjien geen moment. Haar taak is achter de camera.
Prijzenregen
Het is die combinatie van professionaliteit, betrokkenheid en een scherp oog voor nuance, kadrering en selectie, die ‘Afrikaner Bloed’ internationale faam oplevert en twee prijzen in de goed aangeschreven World Press Photo wedstrijd, plus een plek in de fel begeerde Joop Swart Masterclass. Daar maakte ze het project ‘Suidlanders’ dat in 2012 bekroond werd met de eerste prijs voor een serie in de categorie Buitenland documentair bij de Zilveren Camera.
In datzelfde jaar wint ze bovendien de Canon AFJ Award voor vrouwelijke fotojournalisten en wordt haar werk gepresenteerd op het documentairefotofestival in Perpignan (Frankrijk). Ze kan NRC Handelsblad, Der Spiegel, Telegraph Magazine, l’Espresso en The New York Times tot haar opdrachtgevers rekenen. Voor laatstgenoemde maakte ze onlangs een beeldverhaal over de nabestaanden van de slachtoffers van het toestel van Malaysia Airlines dat in juli boven Oekraïne werd neergeschoten. Ze fotografeerde de lege plekken die de slachtoffers achterlaten: bureaus, slaapkamers, voetbalveldjes. ‘Ik vind het een subtielere manier dan gewoon de nabestaanden in beeld brengen. Subtiel bestaat natuurlijk bijna niet in deze context, maar ik heb in elk geval geprobeerd het zo integer mogelijk te doen’, vertelt ze aan de Standaard die op 1 augustus een deel van die serie publiceerde.
Ondertussen werkt ze samen met Elles van Gelder gestaag aan wat in 2019 een boek moet worden over de generatie die werd geboren na afschaffing van de Apartheid. Dat jaar zijn er algemene verkiezingen en zijn er een heleboel stemgerechtigden onder de dertig die de politiek een nieuw aangezicht kunnen geven. Ook met de jongens die ze in het trainingskamp van generaal Jooste ontmoette heeft daartoe contact onderhouden.
Ruud Visschedijk: ‘We zochten ook iemand die in staat is te verwoorden wat ze doet en iemand die een visie en mening heeft over de eigen fotografie én de fotografie in Nederland.’
Eerste Fotograaf des Vaderlands
In 2013 richtte Njiokiktjien, behalve voor haar dagelijkse opdrachten, haar lens langdurig op Nederland. Ze werd voor de duur van een jaar uitgeroepen tot de eerste Fotograaf des Vaderlands. Nederland kende al een Dichter des Vaderlands en kreeg in navolging daarvan ook een Filosoof en een Fotograaf. De benoeming is een initiatief van het Nederlands Fotomuseum en Fotografiemuseum Amsterdam – de oprichters van de Fotoweek, een week in september vol activiteiten die mensen bewuster naar fotografie moeten doen kijken.
De Fotograaf des Vaderlands moet aan een breed publiek duidelijk maken waar de Nederlandse fotografie voor staat. Njiokiktjien was de ideale kandidaat, licht directeur van het Nederlands Fotomuseum Ruud Visschedijk toe. ‘We waren op zoek naar iemand die op het punt staat door te breken, zodat de titel ook de benoemde fotograaf verder kan helpen’, vertelt Visschedijk. ‘We zochten ook iemand die in staat is te verwoorden wat ze doet en iemand die een visie en mening heeft over de eigen fotografie én de fotografie in Nederland.’ Njiokiktjien voldeed aan alle volwaarden. Visschedijk roemt haar enorme energie, haar inventiviteit, creativiteit en haar positieve instelling: ‘Ze ziet altijd de zon achter de wolken. Ook als het moeilijk gaat weet ze: ik moet dat en dat doen om mijn vak uit te kunnen oefenen.’
Aanvankelijk was Njiokiktjien wat lacherig over de titel, vertelt ze aan weekblad Vrij Nederland, maar ze aanvaardde haar taak. Haar uitgangspunt voor de Fotoweek (het thema was Kijk! Mijn Familie!) was het fotograferen van verjaardagsfeestjes, hét moment waarop je je familie ziet. Toen haar officiële taak erop zat in september 2013, besloot ze door te gaan. Niet tien maar honderd verjaardagen moesten het worden: voor elke leeftijd één en zo divers mogelijk bovendien. Ze pakte het net zo grondig aan als haar vrije werk. Ruud Visschedijk: ‘Haar gedrevenheid, zoals ook in het geval van Mandela’s dood, was nóg een argument om juist haar te benoemen’.
Ilvy Njiokiktjiens carrière tot nog toe leest als een succesverhaal waar voorlopig geen einde aan lijkt te komen. Want hoewel ze de Zilveren Camera al binnen heeft, zijn er nog vele verhalen die vertelt moeten worden. In 2019 resulteert een deel daarvan in het boek over Zuid-Afrika en later dit jaar in een presentatie van honderd verjaardagen met de titel ‘Slagroomtaart en slingers‘. Op dit moment is ze daar nog altijd mee bezig, maar Ruud Visschedijk heeft er alle vertrouwen in dat het af komt.