[ Gepubliceerd in 100%EXPO 18, 2017 ]
Een korte wandeling met het hoofd in de nek was de bedoeling, maar Guy Rombouts (Leuven, 1949) heeft zich vertild en blijft liever thuis. Nadat de sporen van een ondeugende jonge kat zijn uitgewist gaat hij voor naar een vertrek twee trappen hoger. Dertig jaar woont hij al in dit huis, gevuld met gewaden, objecten klein en groot, boeken, poezen zonder poot, nog meer boeken, fonkelende stukjes glas en plastic. Het wekt de indruk bij elkaar gedroomd te zijn, dat het na het omslaan van een hoek zou kunnen veranderen en de trap opeens ergens heen zou kunnen leiden. Maar we dwalen af. Nu al.
MEHRLICHTMEHRLICHTMEHRLICHTMEHRLICHT
Op de dagen dat het Antwerpse theaterplein niet bevolkt wordt door marktkramen en de zon besluit bevallig door de luifel van staal en glas te vallen, speelt er op het beton en de immer aanwezige passanten een mozaïek in vriendelijke tinten blauw, eigeel en rose. Het effect wordt veroorzaakt door een raster van 12 x 12 gekleurde vierkanten op het glas. Het correspondeert met de tuinen even verder op het plein. Bijna als het omgekeerde beeld van de werkelijkheid tegen de achterwand van een camera obscura
Het gekleurde mozaïek is een kunstwerk van Guy Rombouts en het heet ‘Mehr Licht’, naar de beroemde laatste woorden van Goethe. Rombouts is waarschijnlijk het meest bekend door het AZart, het alfabet dat hij in 1984 ontwierp. In het AZart (naar oud Frans voor ‘hasard’ – toeval) wordt elke letter vertegenwoordigd door een lijn met een kleur waarvan de naam begint met de desbetreffende letter. Door de lijnen met elkaar te verbinden ontstaan de wonderlijkste gesloten vormen. Het AZart vormt het uitgangspunt voor bijna al zijn werk, dat meestal ruimtelijk van aard is. Eentonig wordt het nooit, want Rombouts slaagt er steeds in een andere vorm te kiezen. Hij ziet zijn alfabet eerder als houvast of vertrekpunt dan als eindproduct.
‘Mehr Licht’ kadert in de openluchttentoonstelling ’11 kunstenaars tegen de muur’, samengesteld door kunstenaar Lieven Segers in opdracht van Born in Antwerp. De expositie opende in juli 2016 en is één jaar te zien. Komende zomer worden de werken vermoedelijk weer verwijderd. Jammer, vinden veel passanten. Jammer, vindt ook Rombouts: “Ik heb de plek zelf gekozen. Ik kom er veel en vond dat hij iets nodig had. Het budget liet niet toe met permanente materialen te werken.” Ze gebruikten folie dat voor theaterlampen bedoeld is. Wie goed kijkt ziet dat het folie al te lijden heeft gehad van het weer.
Hier hebben we geen blijvende plaats en ik voel dat sterker nu ik ouder word en er nog maar zo weinig dagen om te dienen, om te doen en te maken, voor me liggen. En ook achter me. Het verbazingwekkend en zeer raadselachtig als je probeert na te denken over wat het doel is van ons korte leven op aarde – maar een kort bezoek – en hoe noodzakelijk het is dat dat doel wordt uitgebeeld in het effect dat we hebben op het kleine stukje van de wereld waarmee we in contact komen. – onbekend citaat, vermoedelijk uit de Groene Amsterdammer
In Rombouts’ werk is niets is toevallig, en heeft alles een verklaring, constateren Koen Brams en Dirk Pültau in een interview voor de Witte Raaf. Ook nu is het AZart niet ver weg. “Eerst heb ik de plek gekozen, dan ben ik op het woord ‘licht’ gekomen; ik vond het toepasselijk voor het glazen dak”, legt Rombouts uit. “Vervolgens ben ik gaan zoeken naar spreekwoorden met ‘licht’ erin en daaruit kwam dan die uitspraak van Goethe. Ik heb de woorden ingevoerd in mijn website en het resultaat bleek een mooi vierkant.” Rombouts surft naar ww.azart.be, klikt op ‘info’ en ‘experiments’, laat dan zien hoe de kleuren van de vlakken corresponderen met die van de letters in het AZart. “Vier keer ‘mehrlicht’ geeft zes maal zes blokken en dat heb ik dan vier keer herhaald. Op het dak is elk blok steeds kwartslag gedraaid. De website dicteert de volgorde van de kleuren volgens een logaritme. Alles is toeval eigenlijk.”
ABC-BOEK
Rombouts had graag gezien dat zijn werk was opgemerkt door de stad of de architecten van de luifel, maar het bleef stil. Hij peinst enige tijd, met de neus tussen de vingers, volgend op de vraag waaraan werk in de openbare ruimte moet voldoen. “Ik kan alleen in clichés denken nu, gewoonlijk praat ik niet voordat de zon haar culminatiepunt heeft bereikt. Ik ben een nachtmens’, glimlacht hij verontschuldigend. Uit datzelfde interview voor De Witte Raaf: “Ik herinner mij dat ik veel plezier beleefde aan de enthousiaste reacties van mensen die totaal geen notie hadden van kunst. Ik vind dat heel belangrijk.”
Even later. “Ik vind het een compliment als je het gevoel hebt dat het er altijd al is geweest. Dat betekent dat het niet als stoorzender werkt. Die zijn er al genoeg in de steden.” Dan knikt hij, trekt het breder. “Ik werk vanuit verwondering en verbazing. Als ieder kind kreeg ik het alfabet aangeleerd met een abc-boek. De a was een aapje, b de bakker. Ik zag dat niet, de abstractie daarvan. Ik denk dat ik een alternatief wil bieden met mijn werk en de vanzelfsprekendheid wat wegwerken. Dat alfabet werkt wel, maar dat iets functioneert betekent niet dat je moet stoppen met zoeken. Als je verder denkt komt er misschien wel iets beters.”
Naast ‘Mehr Licht’ kregen ook verschillende andere werken van Guy Rombouts een plek in de openbare ruimte, onder meer in Burcht (lettertuin met Azartletters in beton), Geel (Fruitbomenalfabet), Leuven (sociale woningen School 4), Brussel (metrostation Tomberg en de werkwoorden ‘ontmoeten’ / ‘rencontrer’ voor het ministerie van Onderwijs), Amsterdam (negen letterbruggen op het Java-eiland) en Arnhem (mobile en loopbrug in het ziekenhuis Rijnstate).