[ Gepubliceerd in 100% EXPO 22 ]
Komend vanuit de Ringlaan rijd je er recht op af: een opvallend grote, opvallend witte ovalen vorm, door velen gekarakteriseerd als pompoen. Ze steekt af tegen het klassieke plantsoen met grassen, perkspul en cilindervormige buxusboompjes dat voor iets anders gereserveerd lijkt. Bewoners van Berchem en oplettende passanten zullen dit beeld herkennen als de in 2007 ingehuldigde ‘Puff Marshie’ van de Japanse kunstenaar Yoshitomo Nara. Een ‘ufo’ die niet bepaald een zachte landing kende.
In de winter valt ‘Puff Marshie’ op door haar onaangedane blinkende frisheid in de grauwe omgeving. ‘Haar’, want onze pompoen is een meisjeskopje, haar ‘parten’ gevormd door het Japanse kapseltje. Een pompoen, maar dan wel tijdens Halloween, met een gezicht eruit gesneden en het yin-yang van lichtbaken en bron van schrik.
Manga en punkrock
Het is typisch voor het werk van Yoshitomo Nara (1959, Hirosaki (JP)) waarin kinderen en trouwe viervoeters de kleurige hoofdrol spelen. Snoezig bij de eerste blik, verontrustend bij nadere inspectie. Vaak hebben ze een verbeten trek rond de mond. Geloken ogen zijn niet uit verlegenheid, maar om te verhullen wat zich daarachter bevindt: woede, verdriet, wanhoop, snode plannen, soms al uitgevoerd. Om van de scherpe hoektanden, messen en middelvingers nog maar te zwijgen. De kinderen zijn kwetsbaar en beschadigd, keihard en knuffelbaar. “Wacht maar tot ik mijn eigen zin kan doen, you, you grown-up!” Je hoort het ze denken. Yoshitomo’s werk lijkt oppervlakkig door de simpele vormen en prettige kleurtjes, maar je vóelt dat het niet zo is, al zijn er veel woorden nodig om uit te leggen waarom.
Yoshitomo is een superster in Japan en de VS waar respectievelijk Manga en comics grote populariteit genieten. Hij is te plaatsen in de Japanse pop-art traditie met collega’s als Takashi Murakami. De strips en tekenfilms die hij tijdens zijn geïsoleerde jeugd verslond zijn, samen met punk-rock muziek (veel titels komen terug), voorname inspiratiebronnen. Zijn werk wordt gereproduceerd als snoepdoosjes, ansichtkaarten en poppen, en past naadloos in de Japanse liefde voor gadgets en anime. Het is een ultieme kruisbestuiving. Toch is hij ook stevig geworteld in de beeldende kunst. Vanwege zijn klassieke opleiding in Japan en Düsseldorf, het vakmanschap in zijn tekeningen, schilderijen, houtsculpturen en keramiek. Een gerespecteerde Amerikaanse kunstcriticus omschreef Nara als ‘een van de meest egalitaire visuele kunstenaars sinds Keith Haring’.
Antwerp version
In vorm is ‘Puff Marshie’ is een a-typisch werk. Vooral het ontbreken van kleur valt op, het formaat is eerder uitzonderlijk en ook komen buitenbeelden komen niet dikwijls voor. Hoewel hij in series werkt (vandaar het ‘Antwerp version’ in de titel), verschilt elk exemplaar licht van de andere, door formaat, een andere oogopslag of afwerking. Misschien het meest opvallende aan dit werk is het ontbreken van de persoonlijke hand. Hoewel de kunstenaar doorgaans bij het productieproces betrokken is, werd ‘Puff Marshie’ in Antwerpen geproduceerd, meer bepaald voor de tentoonstelling ‘Lang Leve Beeldhouwkunst!’ over actuele sculptuur in het Middelheim Museum in 2006.
Datzelfde jaar werd er op voorspraak van toenmalig districtsraadsvoorzitter Peter Raats een wedstrijd uitgeschreven voor een nieuw kunstwerk op de plaats waar eerst de ‘Kameroenantilope’ van Frans Jochems stond. Die was jaren eerder verhuisd naar het naar Jochems vernoemde pleintje op de kruising Grote Steenweg – Driekoningenstraat. Voor het nieuwe werk werd er “een impulsbudget voorzien in de begroting van het Middelheimmuseum bij de vzw Musea en Erfgoed Antwerpen”, in dit geval een verdubbeling van het budget naar €50.000, “met de bedoeling kunstintegratie op een hoger en zelfs internationaal niveau te brengen”.
Onderhuids
Naast ruim dertig andere, lokale, inzendingen, diende de adviesraad Kunst in de Openbare Ruimte drie beelden uit ‘Lang Leve Beeldhouwkunst!’ in. Een zes-koppige jury, bestaande uit leden van de cultuurraad Berchem en de Commissie Beeld in de stad, onder wie de directeur van het Middelheim, hakte tot slot de knoop door. So far so good.
Maar kunst in het openbaar wordt vaak het podium voor sluimerend ‘gedoe’. Hoewel enkele bewoners zich in de krant lovend uitspraken over Nara’s meisjeskopje, reageerde een buurtcomité erg negatief op het nieuwe beeld. Het werk zou niet monumentaal genoeg zijn en gevoelig voor vandalisme. Daarnaast kreeg het verhaal ook een politiek staartje, waarbij beschuldigingen werden geuit over doorgestoken kaart bij financiering en jurering van de wedstrijd. De klachten die werden ingediend werden echter ongegrond verklaard. Hoe dan ook werd ‘Puff Marshie’ meteen, geheel in lijn met Nara’s intenties, een (ongeschonden) monument voor onderhuidse spanningen.